10 jan.
Nationaal Consortium Zon op Water van start
Op 10 januari 2017 vond de officiële startbijeenkomst plaats van het Nationaal Consortium 'Zon op Water'. Het consortium bestaat uit 30 bedrijven, kennisinstellingen en overheden die samen de ambitie hebben om drijvende installaties van zonnepanelen te ontwikkelen en de daadwerkelijke realisatie van drijvende zonneparken te bevorderen.
2.000 hectare
Daarmee willen ze een wezenlijke bijdrage leveren aan de duurzame energiedoelstellingen van Nederland. De partijen streven naar 2000 hectare drijvende zonnecentrales in Nederland in 2023. Het consortium staat onder leiding van SEAC (Solar Energy Application Centre).
In Nederland en vergelijkbare landen is het beschikbaar landoppervlak voor zonneparken beperkt. Er zijn daarentegen grote oppervlakken water beschikbaar die potentieel geschikt zijn voor drijvende zonnecentrales. Deze kunnen een substantiële bijdrage leveren aan de Nederlandse doelstelling van 16 procent duurzame energie in 2023. Er is echter nog een aantal barrières weg te nemen om dit potentieel te ontsluiten en ook voldoende vertrouwen bij investeerders op te bouwen. Zonne-energie op water heeft de belofte in zich om goedkoper te worden dan zonne-energie op land, vanwege efficiëntere projectontwikkeling, hogere kWh-opbrengst en de mogelijkheid om gemiddeld grotere parken aan te leggen dan op land.
Pilot
Het 1e doel van het consortium is het uitvoeren van een onderzoeksproject gericht op het ontwikkelen van stormbestendige constructies voor drijvende zonneparken. Er worden hiervoor vanaf april 2017 in een pilot 4 verschillende systemen beproefd van Nederlandse leveranciers.
De pilot vindt plaats in de Slufter op de Maasvlakte, een 200 ha groot baggerdepot onder gezamenlijk beheer van Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat. Het doel van de pilot is onder meer het bepalen van het opbrengstmodel voor de 4 concepten, het in kaart brengen van de krachten op de systemen en het waar nodig optimaliseren van de concepten.
Vergunbaarheid
Het consortium voert daarnaast een studie uit naar de vergunbaarheid van drijvende PV-systemen in Nederland. Dit betreft zowel het ontwikkelen van een beoordelingskader voor de betrokken overheden, als het in kaart brengen van de te doorlopen procedures voor de initiatiefnemer. Belangrijke aspecten hierbij zijn veiligheid, ecologische aspecten en waterkwaliteit. De vergunbaarheidsstudie wordt geleid door de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer STOWA, in samenwerking met Rijkswaterstaat en lagere overheden.
Het consortium bestaat naast de hierboven genoemde partijen uit de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Overijssel, de gemeente Rotterdam, de kennisinstellingen ECN, TNO en KNMI, energiebedrijf Eneco, netwerkbedrijven Alliander, Enexis en Stedin, 7 waterschappen en 4 drinkwaterbedrijven. Het project wordt uitgevoerd met Topsector Energiesubsidie van het Ministerie van Economische Zaken.